Oceana’s eerste Noordzee-expeditie afgerond; rijkdom aan habitats en bedreigingen voor het mariene leven gedocumenteerd

 

De resultaten van het twee maanden durende onderzoek op zee zullen worden gebruikt om het zeemilieu in de regio nog beter te beschermen.

Oceana heeft vandaag haar eerste expeditie in de Noordzee afgerond. Tijdens deze expeditie hebben mariene wetenschappers aan boord van de MV Neptune de wateren van Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Denemarken onderzocht. Sinds de expeditie twee maanden geleden van start ging, Oceana heeft 2000 zeemijlen afgelegd en ten minste 700 soorten gedocumenteerd in 13 gebieden waarvan sommige nog maar heel weinig bestudeerd waren. De gegevens werden verzameld via 73 duiken met een onderwaterrobot (ROV, Remotely Operated Vehicle), wat in sommige gebieden nog nooit eerder was gebeurd en verder door professionele scuba-duikers en door het nemen van bijna 200 monsters van zeebodemfauna.

Oceana heeft een hoge biodiversiteit gedocumenteerd in tal van gebieden die worden gekenmerkt door kwetsbare habitats, zoals hoornkoralen, kokerwormriffen en steenriffen. In andere gebieden werd waargenomen dat zij sterk verstoord zijn door menselijke activiteiten, met zichtbaar bewijs van bodemtrawls, afgedankte of rondzwervende visnetten en uitgebreide infrastructuur zoals booreilanden, kabels, pijpleidingen en windmolenparken.

“De Noordzee is één van de meest geïndustrialiseerde en verstoorde zeeën ter wereld. Veel kwetsbare habitats zijn reeds verloren gegaan of ernstig aangetast, en daarmee het leven dat erin voorkwam. Maar er is hoop! Wetenschappers van Oceana vonden ook gebieden in de Noordzee die wemelen van het leven en die beschermd moeten worden. Een zorgvuldig gepland, goed beheerd netwerk van beschermde zeegebieden kan baat hebben bij de bescherming van de biodiversiteit en ook bijdragen aan het herstel van de visbestanden”, aldus Lasse Gustavsson, uitvoerend directeur van Oceana in Europa.

Bijna de helft van de visbestanden in de Noordzee wordt overbevist en de noodzaak tot herstel van de visbestanden is een van de grootste uitdagingen waar de Noordzeelanden mee geconfronteerd worden. De voorlopige bevindingen van Oceana identificeren bepaalde gebieden waar bescherming cruciaal kan zijn om de visstand te helpen herstellen. Zo zijn er door Oceana bijvoorbeeld vijf gebieden in Nederlandse wateren onderzocht die een belangrijke habitat bieden aan een breed scala van commerciële vissoorten, zoals platvis en Noorse kreeft. Verder lijken steenriffen die in Deense wateren zijn onderzocht te fungeren als voederplaatsen voor jonge kabeljauw.

Het nieuwe bewijsmateriaal dat is vergaard over het biologische belang van de gebieden vormt de basis van voorstellen om zeereservaten in te richten of uit te breiden en het beheer ervan te verbeteren. De gegevens zullen ook worden gedeeld met nationale autoriteiten, wetenschappers en andere organisaties, ter ondersteuning van bredere initiatieven ter bescherming van de Noordzee. Oceana voert actie voor het opzetten van een samenhangend netwerk van beschermde zeegebieden (zeereservaten) in de Noordzee, gericht op het behoud van de biodiversiteit en op het herstel van uitgeputte visbestanden, wat ook kansen schept voor meer werkgelegenheid in de visserij en het leveren van meer gezonde voeding aan consumenten.

De expeditie werd mogelijk gemaakt dankzij een royale subsidie van de Nationale Postcode Loterij.

Oceana heeft deze werkzaamheden uitgevoerd in overleg met lokale overheden, wetenschappers en ngo’s uit alle vier de landen, en in samenwerking met de Nederlandse milieuorganisatie Stichting Anemoon als gastpartner.

Fotos en videos van de expeditie (meer beschikbaar op verzoek)